zondag 12 januari 2014

Tijdschriftreader – hoofdstuk 1 – opdracht 6 (korte leesautobiografie)

Korte leesautobiografie:



Hallo mijn naam is Karima, ik ben een van de schrijvers in dit tijdschrift. 
Mijn lievelingsboek is de dag dat alles anders werd. 
Het liefst lees ik realistische boeken en boeken met een spannend verhaal.
Ik heb niet egt een lievelingsschrijver, maar omdat ik de dag dat alles anders werd het leukste boek vind ga ik voor Jennifer Castele (zij is de schrijfster van het boek de dag dat alles anders werd).
Ik lees het liefst als ik niks te doen heb. 
Meestal lees ik geen tijdschriften maar ik vind de hitkrant wel een leuk tijdschrift. 
Als ik zelf een boek zou schrijven zou ik het over 2 beste vriendinnen schrijven die heel erg verschillen. 
Als ik zelf een personage in een boek zou zijn, zou ik het liefst een beste vriendin van iemand willen zijn. 



Reflectie

Reflectie:


Ik vond deze periode aan de ene kant wel goed gaan, want mijn werkhouding en gedrag tijdens te les was gewoon goed. 
Aan de andere kant ging het weer niet goed omdat we dus een opdracht hadden gekregen (een tijdschrift maken) en iemand van de groep kwam pas de laatste dag met zijn deel (en dat deel was niet eens alles van wat diegene moest maken). 
Daarom heb ik voor het tijdschrift ook een heel erg laag cijfer gehaald. 
Mijn andere cijfers deze periode zijn ook niet echt goed omdat we wel steeds gewoon toetsen kregen Enzo maar we werkten niet uit het boek, terwijl ik het wel handiger vind dat we sommige lessen wel uit het boek werken. 
De volgende periode wil ik mijn cijfers gaan verbeteren want dat moeten wel voldoendes gaan worden. 
Dat ga ik doen door zelf opdrachten uit het boek te maken (bv als we een grammatica toets krijgen de opdrachten die bij grammatica horen maken). 

Periode 1 taalportret


Taalportret:


Hallo mijn naam is Karima Azzafzafi ik ben geboren in Amsterdam, en ik woon daar nog steeds. Ik spreek de Nederlands taal vloeiend en ik spreek een klein beetje Arabisch. Ik denk en droom in het Nederlands en soms in het Engels. Ik beheers de Nederlandse taal het beste. Ik luister het liefst naar Engelse muziek, mijn favoriete artiesten zijn Justin Bieber en Rihanna. Met mijn ouders spreek ik meestal Nederlands en heel soms Arabisch , als er bij mij familie op bezoek is die geen Nederlands kunnen, spreek ik Arabisch. Met mijn vrienden spreek ik alleen Nederlands. Ik zou heel graag beter Arabisch willen leren, zodat ik beter kan communiceren met familieleden. Met taal doe ik heel veel dingen, je hebt het ook bij heel veel dingen nodig namelijk: tijdens de les als de docent iets uitlegt op het bord, als je een boek moet lezen of als je een verhaal moet schrijven, ik gebruik taal het meest voor het lezen van dingen.

Inleiding

Inleiding:


Deze periode heb ik samen met mijn stamgroep een tijdschrift gemaakt. 
Ik vond het eigenlijk wel een leuke opdracht maar ik vond het niet iets voor het vak Nederlands, want een tijdschrift met een tekst over spelling wil volgens mij niemand lezen. 
Verder moesten we deze periode weer een woordenschatschrift maken. 
Sommige opdrachten in het tijdschrift waren best wel makkelijk, maar de opdracht over spelling vond ik toch wel het moeilijkst. 
De leukste opdracht deze periode vond ik de fictie opdracht bij het boek. 
In mijn portfolio staan een aantal dingen van periode 1.
Ook staan er een paar opdrachten uit het tijdschrift in.  

Voorblad






Naam: Karima Azzafzafi

Klas: 3H3

Tijdschriftreader – Hoofdstuk 3 – opdracht 1 (opdrachten voor fictie)

Recensie:

‘Iedereen die iets verschrikkelijks heeft meegemaakt, zal zeggen dat het klopt: er is een daarvoor en een daarna. Ik heb het dus over iets wat zo vreselijk is dat je er een enorme dreun van krijgt, een klap die zo hard aankomt dat je helemaal niet meer weet waar je bent. Zo erg dat je leven wordt ontwricht en niets meer hetzelfde is’
De dag dat alles anders werd gaat over een meisje dat haar familie verliest tijdens een ongeluk, haar hele toekomst veranderd daardoor. Op seideravond (een joods feest) gaat de familie van Laurel op bezoek bij de buren (de Kaufmans) om het samen te vieren. Aan het eind van de avond krijgen de moeder van Laurel en de buurvrouw ‘’ruzie’’ over wie de appeltaart zou maken. Meneer Kaufman stelt voor om ergens een ijsje te gaan halen. Laurel gaat niet mee omdat ze nog veel huiswerk heeft om te maken. David Kaufman heeft ook geen zin om mee te gaan. De Kaufmans, de ouders en het broertje van Laurel gaan wel mee. Een paar uur later belt de politie bij Laurel aan..

Het ongeluk komt meteen aan het begin van het boek, waardoor het in boek meteen op gang komt en meteen over het leven van Laurel gaat. Het verhaal is mooi en het rouwproces en de fasen waar Laurel doorheen gaat zijn goed beschreven. Je ziet als lezer aankomen dat Laurel het niet lang vol gaat houden om gewoon door te gaan met haar leven. Maar ze houd het wel vol. Het breekpunt is goed beschreven en sterk. De dag dat alles anders werd is een mooi verhaal. Het beschrijft het leven van de hoofdpersoon Laurel in de slechtste tijd van haar leven: de tijd na het overlijden van haar ouders en broertje. Het is een mooi afgerond en "af" verhaal, met een heel mooi einde dat de lezer met een tevreden gevoel achterlaat. De dag dat alles anders werd is echt een geweldig boek. Het gaat over het rouwproces, acceptatie en uiteindelijk verwerking en doorgaan, hoe moeilijk het ook is. Dit boek raakte me vanaf het begin, en ik werd soms best emotioneel omdat Jennifer Castle het zo echt had gemaakt, waardoor ik me heel goed kon verplaatsen in Laurel. Het is een heel indrukwekkend verhaal, dat ik niet snel zal vergeten. . 


Ik wilde dit boek meteen lezen toen ik de achterkant las, dat ene kleine stukje op de achterkant maakte het boek meteen al spannend. Ik heb dit boek met heel veel plezier gelezen, omdat het een verhaal is waarin je word meegesleept. Het boek heeft me zeker ook aan het denken gezet. Wat zou ik doen als ik mijn familie zou kwijtraken bij een ongeluk? Ik vind dat dit boek op een hele mooie manier is geschreven, omdat je de gevoelens altijd kunt voelen. Wat ik iets minder leuk vond was dat je niet echt heel goed kon weten of de mensen Laurel benaderden omdat ze medelijden met haar hadden of omdat ze haar gewoon aardig vinden. In dit boek gaat het ook voor een groot deel om vriendschap, de mensen die er wel altijd voor je zijn en de mensen die ineens vrienden met je willen zijn omdat je het dan toch al zo moeilijk hebt..

Tijdschriftreader – hoofdstuk 2 – opdracht 1, 3 en 5 (mindmap-inleiding- 8 vragen)



Mindmap tekst 1- waarom is spellen zo belangrijk





De inleiding:


Beste lezer, wij gaan jullie wat informatie geven over spelling, maar niet over zomaar spelling maar over de geschiedenis ervan en waarom spellen zo belangrijk is. Tja waarom is spellen nou eigenlijk zo belangrijk? En is spelling taal? Op die vragen zul je antwoordt krijgen als je verder leest.


8 vragen over tekst 1.

1.        Wat is het onderwerp?
Goed spellen.
2.       Wat is het schrijfdoel van de auteur?
Mensen informeren over waarom spellen zo belangrijk is.
3.       Uit hoeveel alinea’s bestaat de inleiding in deze tekst?
2 alinea’s
4.       Wordt er een vraag gesteld in de inleiding?
Ja, Waarom maken we ons er druk over? & waarom zouden we de knellende spellingsregels niet loslaten en een ieder toestaan te schrijven naar eigen inzicht of gewoonten in zijn omgeving?
5.       Wordt er in de tekst ook antwoord gegeven op die vraag/vragen?
Ja, in de tekst word gezegd waarom ze zich er zo druk over maken en dat is omdat je anders geen hoge plaats krijgt in de economie. En als we iedereen zouden toestaan om hun eigen regels te handhaven zouden we elkaar niet meer kunnen begrijpen.
6.       Wat betekenen de volgende woorden:
1.       Emancipatie= streven naar gelijkheid.
2.       Exercitie= militaire oefening.
3.       Stilistische= als iets met stijl te maken heeft.
7.       Vind je de titel bij de tekst passen?
Ja, want de titel is waarom is spellen zo belangrijk en in de tekst worden een paar argumenten gegeven waarom dat zo is.
8.       Dus waarom is spellen zo belangrijk?

Als spelling niet voldoet voldoe je ook niet aan de sociaal economische status, heb je een lagere plaats in de maatschappij en hebben we geen gelijke samenleving.

zaterdag 11 januari 2014

Woordenschatschrift periode 2 + verwerkingsopdracht

Woordenschatschrift periode 2


Week 45- 10 woorden

    Ontsteld= van streek.
Ik was echt ontsteld toen ik dat zag, zo erg was het.
   Provoceren= door de woorden of daden uitdagen, uitlokken.
Jullie provoceren de docenten altijd met jullie gedrag.
    Melancholische=  zwaarmoedig, somber.
Hij keek me aan met een melancholische blik, omdat hij zijn cijfer net gehoord heeft.
    Prematuur= te haastig.
Zij deed hij werkt te prematuur omdat ze het snel moest inleveren.
    Onheilspellend= een teken van onheil (ongeluk).
De lucht ziet er onheilspellend uit, door de grijze wolken.
    Constatering= vaststelling.
In het register staan alle namen geconstateerd.
    Loeder= gemeen persoon.
Jij bent echt een loeder, je kan nooit eens aardig doen.
    Dubieus= twijfelachtig.
De juffrouw is een beetje dubieus over het verslag, ze denkt dat er sprake is van plagiaat.
    Citaat= letterlijk weergegeven woorden.
Dit is een citaat uit de tekst.
  Joviaal= gul, hartelijk, vriendschappelijk.
Zij zijn ontvangen ons altijd joviaal als we bij hun op bezoek komen.





Week 46- 20 woorden:

  Anekdote= kort, grappig verhaal.
Wij moeten van onze docent een anekdote schrijven over iets grappig wat je hebt meegemaakt.
  Periodiek= scheikundig systeem.
Bij scheikunde gebruiken we een periodiek systeem.
  Weergalmde= met een echo klinken.
Zijn stem weergalmde in de tunnel.
  Pragmatisch= nuttig, bruikbaar.
Deze informatie is pragmatisch voor ons werkstuk.
  Domesticatie= het temmen van wilde dieren tot huisdieren.
Vele mensen hebben hun huisdieren gedomesticeerd
  Xylografie= houtsnijkunst
Die man is heel erg goed in xylografie, hij heeft er zelfs 4 bomen voor gekapt.
  Tactisch= handig.
Zij is erg tactisch met machines.
  Veto= een uitspraak waarmee je verbiedt dat een voorstel word ingevoerd.
Waarom zeg jij altijd je veto’s hardop?
  Heroïsch= heldhaftig.
Voor mij is mijn vader heroïsch
  Divageren= afdwalen.
Wij divergeerden tijdens de saaie geschiedenis les.  






Week 47- 30 woorden

  Exquise= zeer goed.
Hij zag er vandaag exquise uit met zijn deftige pak.
  Tengere= rank en smal
Mijn Franse lerares heeft een tenger lichaam.
  Gracieus= sierlijk, elegant.
Zij heeft gracieus goudbruin haar.
  Intuïtief= als je af gaat op je intuïtie.
Voor deze opdracht moet je intuïtief zijn, anders is het beter om niet mee te doen.
  Cruciaal= zo belangrijk dat de beslissing daarvan afhangt.
Dit is een cruciaal moment, het spant er nu om op welke knop hij zal drukken.
  Gemelijk= chagrijnig, humeurig.  
Elke ochtend is onze docent L.O gemelijk.
  Hectiek= drukte waar je een beetje een opgejaagd gevoel van krijgt.
Hij kan niet tegen deze hectiek.
  Allengs= langzamerhand, het gebeurt wel maar langzaam
Allengs haal ik mijn cijfers op.
  Contouren= hoofdlijnen
Bij een tekening is het belangrijk dat wat je tekent contouren heeft.
  Laconiek= heel rustig terwijl je dat niet verwacht.
Zij deed heel erg laconiek over het ongeluk.

Week 48- 40 woorden.

  Demagoog= iemand die het volk aanzet tot opstand.
Hitler was een demagoog, hij leidde het volk tot opstand.
    Persifleren= iemand na doen op een spottende manier.
Waarom Persifleren sommige kinderen altijd alles wat op tv komt?
   Ostentatief= erop berekend de aandacht te trekken.
Wij gaan alleen ostentatief te werk, wij doen alles voor aandacht.
    Rancuneus= haatdragend.
Zij haat hem zo erg dat ze haar boeken rancuneus over hem heeft geschreven.
    Principe= beginsel, op zichzelf.
In principe hoort dat niet zo.
   Filosoof= iemand die zich bezig houdt met filosofie, iemand die nadenkt over de gebeurtenissen in het leven.
Geschiedenis boeken zijn meestal door een filosoof geschreven.
    Weemoedig= zacht, verdrietig gestemd.
Zijn stem klonk weemoedig.
    Barrière= hindernis.
Zij kwam zonder moeite door de barrière van zand en klei.
    Veteranen= ex-militair die gevochten heeft.
Er leven nu nog maar weinig veteranen die in de oorlog gevochten hebben.
  Elites= kleine groep mensen
Er is een speciale elite opgericht voor gehandicapte mensen.







Week 49- 50 woorden.

  Averechts= in de tegenovergestelde richting.
De mannen liepen in het averechts van de vrouwen, de mannen liepen naar links en de vrouwen naar rechts.
  Polikliniek= inrichting waar patiënten worden geholpen die niet in bed horen.
Wij moeten voor school mensen in de polikliniek helpen.
  Pommade= zalfachtig smeersel.
Zijn gezicht is helemaal uitgedroogd hij heeft heel veel pommade nodig.
  Opus= software.
Ik heb een nieuwe opus nodig voor mijn laptop
  Optica= natuurkunde die te maken heeft met licht.
Op school krijgen wij geen optica bij natuurkunde.
  Heemraad= lid van een dijk of polder bestuur.
Mijn vader zit in de heemraad en gaat over de dijken van Noord-Nederland.
  Grondoorzaak= belangrijkste oorzaak.
De grondoorzaak van de moord op Henk Bosman is nog niet bekend.
  Flegma= onverstoorbare kalmte.
Tijdens yoga is er een onverstoorbare kalmte genaamd flegma.
  Ledig= zonder inhoud.
Dat melk heb ik ledig gekregen, ik ben meteen teruggegaan naar de supermarkt.
  Lectuur= de boeken en tijdschriften die iemand voor de plezier of de ontspanning leest.
Mijn moeder leest altijd boeken voor de lectuur in haar vrije tijd,







Week 50- 60 woorden.

  Vroom= vol ijver in het geloof.
Sommige mensen zijn heel vroom, als het om het geloof gaat.
  Groeperingen= iets dat gegroepeerd is (politieke groepen).
In de politiek zitten verschillende groeperingen.  
  Schrikbarend= verschrikkelijk
Het nieuws van vandaag was echt schrikbarend, er zijn 3 mensen omgekomen bij een auto-ongeluk.
  Versperren= de weg blokkeren.
De weg werd versperd door mensen die aan het protesteren waren.
  Boudoir= Dames vertrek.
Er komt een nieuw boudoir, er zijn geen mannen toegestaan.
  Processor= deel van een computer die de bewerkingen uitvoert.
De processor in mijn computer is kapot, nu kan ik dingen niet meer bijwerken.
  Bavarois= met vruchten bereide slagroompudding,
Mijn moeder gaat vandaag bavarois maken, daarom moet ik naar de supermarkt om vruchten en slagroom te halen.
  Synopsis= inhoudsbeschrijving.
In elk boek staat een synopsis, vooraan in het boek.
  Swastika= hakenkruis.
Veel christenen hebben een swastika in huis.
  Supplement= bijvoegsel.
De juf heeft nog een extra supplement toegevoegd aan de opdracht.





Week 51- 70 woorden.

  Wreken= iemand straffen om het onrecht wat hij of zij je heeft aangedaan.
Ik wil hem nog 1x wreken voor wat hij heeft gedaan.
  Welgesteld= als je veel geld hebt.
Er zijn maar een paar mensen in China die welgesteld zijn, de rest van de bevolking is arm.
  Ongeletterdheid= niet kunnen lezen en schrijven.
Ongeletterdheid komt in Nederland best wel vaak voor, vooral bij allochtone ouders.
  Ruwweg= ongeveer.
Naar Parijs is het ruwweg 500 kilometer.
  Essentieel= heel belangrijk, onmisbaar.
De net gegeven is essentieel, zonder zouden we niet verder kunnen met de opdracht.
  Recensent= deskundige die in opdracht een boek, film of een theatervoorstelling kritisch bespreekt.
Mijn moeder is recensent, ze beoordeel alleen films.
  Beknopt= kor samengevat.
De juf vindt mijn verhaal niet beknopt genoeg, het was veel te lang volgens haar.
  Progressief= vooruitstrevend.
De economie is progressief en ontwikkeld zich steeds.
  Exercitie= militaire oefening.
Om militair te kunnen worden moet je eerst een exercitie uitvoeren.
  Jofel= populair.
Estelle is het jofelste meisje van school


Verwerkingsopdracht bij het woordenschatschrift:

(Verhaal van minimaal 400 woorden met 20 woorden van het woordenschatschrift)


Mijn lerares.



Gister werd de tengere juffrouw door een aantal leerlingen in de klas geprovoceerd. Dat leidde ertoe dat iedereen 5 anekdotes moest schrijven over verschillende onderwerpen. De juf was  zoals elke dag weer gemelijk. Ze is niet erg tactisch met computers dus laat ze ons altijd dat soort dingen doen. Tijdens haar les divageren wij altijd, ze praat altijd zo saai en langzaam. Dus vandaag moesten we onze anekdotes inleveren maar ze vond ze niet beknopt genoeg en werd boos. Ze verscheurde de anekdotes en gooide ze weg. Voor morgen moesten we 10 anekdotes schrijven die wel beknopt waren anders worden het er steeds meer. De volgende dag leverde iedereen zijn anekdotes in. De stem van de juf weergalmde in het klas lokaal: ‘’jullie denken echt dat ik dom ben hè, nou dat ben ik jammer genoeg niet’’. Ze dacht dat iedereen plagiaat had gepleegd. Alle ouders werden de volgende dag naar school geroepen voor een gesprek. De juf zag er tijdens de gesprekken heel goed uit, exquise zelfs. Ze liep zeer gracieus door het lokaal waar alle ouders zaten. Dit was een cruciaal moment voor haar om te vertellen hoe lastig de kinderen zijn. Haar blik was rancuneus maar aan de andere kant ook weemoedig. Ze barstte in huilen uit en rende naar de wc. Alle ouders verlieten het lokaal en gingen naar huis. De ouders hadden hun kinderen natuurlijk op de hoogte gebracht van wat er was gebeurd. De kinderen hadden bedacht dat ze de volgende ochtend de juffrouw zouden persifleren en allemaal 1 voor 1 huilend de klas uitrennen. De juf trok zich er niks van aan en begon met een nieuw onderdeel: optica. Toen de leerlingen merkten dat hun plan toch niet werkte gingen ze weer terug naar het klaslokaal . De juf legde uit waarom ze zo emotioneel was geworden. Eigenlijk vond ze het helemaal niet leuk hoe ze de leerlingen behandeld heeft en ze besefte gister pas wat voor een slecht mens ze is. Ze wilde het goed maken en trakteerde de hele klas op bavarois. De leerlingen hebben besloten om op te houden met de juf te wreken. De man van de juf werkt in de heemraad, er was een paar maanden geleden een dijk doorgebroken en ze weten nog steeds niet wat de grondoorzaak ervan is. Ze gaven mijn man de schuld dat is toch schrikbarend. Nu wordt hij vast en zeker ontslagen. Maar hij kan altijd nog leraar worden, want dat is de leukste baan die er is!!

Periode 1 – woordenschatschrift + verwerkingsopdracht


Woordenschatschrift 70 moeilijke woorden + betekenis en zin. 

Week 37: 10 woorden

 Concept= opzet, plan, ontwerp
Dat concept vond ik niet egt een goed idee.
    Specifiek= precies
Zij maakt altijd specifieke aantekeningen.
    Tamelijk= in behoorlijke mate
Hij is tamelijk rustig
    Onwetendheid= onbekendheid met iets
Zijn onwetendheid over voetbal irriteerde de andere jongens
    Nochtans= ondanks dat
Nochtans dat haar arm in het gips zat deed zij gewoon mee met gym
    Ongenaakbaar= onverslaanbaar.
Hij is ongenaakbaar in tennis
    Terloops= in het voorbij gaan, vluchtig
Terloops ging hij weg
    Bolster= ruw, buitenschil van bijvoorbeeld een noot
De bolster van de noot is ruw
    Twisten= ruzie hebben, maken
Zij twisten altijd met elkaar
  Ordening= regeling
Zijn ordening is heel precies.



Week 38: 20 woorden

    Organisme= levend wezen
Ik vind sommige organisme eng en vies
    Waarnemen= zien, horen, ruiken en voelen
Waarnemen doe je met je ogen neus en oren
    Practicum= een les waarin je niet alleen opdrachten uit je boek maakt en naar de docent luister, maar ook bijvoorbeeld proefjes doet.
Wij gaan morgen tijdens scheikunde een practicum doen.
   Rekwisiet= toneelvoorwerp  
Ik vind dat rekwisiet een mooi decor stuk.
    Inwendig= in je lichaam of in je geest.
Hij heeft een paar inwendige kneuzingen
   Eerwraak= wraak nemen op iemand die de eer van de familie heeft misbruikt.
Hij nam eerwraak op zijn zus.
   Restant= overblijfsel
We eten vandaag het restant van gisteren.
    Kenmerkend= je kunt iemand/iets herkennen aan iets.
Hij is kenmerkend aan zijn groene jas.
    Althans= in elk geval
Zij heeft echt mooi haar, althans dat vind ik
  Wraakzuchtig= als je vind dat wraak een passende optie is op onrecht dat je is aangedaan.
Wees niet zo wraakzuchtig vergeet gewoon wat er is gebeurd en ga door met het leven


Week 39: 30 woorden

      Secretariaat= functie van een secretaris.
Op een bordje stond secretariaat, daar moet ik zijn!
      Understatement= iets op een verzachtende manier zeggen.
Ik worstelde met het overduidelijke understatement.
      Vonnis= beslissing van een rechter
Tijdens het vonnis moest hij in de cel wachten.
      Nijdig= kwaad, woedend
Ik werd helemaal nijdig toen ik dat hoorde.
      Wrokkig= haatdragend
Ik keek haar wrokkig aan.
      Abrupt= plotseling
Abrupt gleed zij uit, iedereen moest lachen.
      Ongegrond= zonder reden
Ongegrond sloeg zij hem.
      Egocentrisch= met het gevoel dat je zelf het centrum van de wereld bent (alleen maar aan jezelf denken)
Waarom zijn de meeste mensen zo egocentrisch?
      Intens= groot, hevig, sterk, vurig
Mijn gevoelens voor hem zijn wel heel erg intens
  Degelijk= met een goede kwaliteit
Ik vind deze melk wel degelijk lekker




Week 40 : 40 woorden

      Gefascineerd= het leuk vinden, interessant vinden.
Ik was erg gefascineerd over de presentatie
      Doorgronden= helemaal begrijpen of kennen.
Wij doorgronden hem helemaal
      Isolement= afzondering, toestand waarin je weinig of geen contact hebt met anderen.
Hij isoliseert zich altijd.
     Gepikeerd= als je je beledigd voelt.
Ik voel me nu wel een beetje gepikeerd.
      Sceptisch= als je niet alles geloofd wat je verteld word.
Waarom ben jij altijd zo sceptisch?
      Peinzend= diepzinnig, ernstig, in gedachten verzonken.
Peinzend keek hij voor zich uit.
      Onbevredigd= ontevreden
Hij is onbevredigd over zijn werk.
      Uitermate= heel erg
Zij is uitermate goed in wiskunde.
     Gefrustreerd= teleurgesteld
Waarom ben je zo gefrustreerd?
  Gegeneerd= gedwongen
Hij heeft haar gegeneerd haar auto te wassen.



Week 41: 50 woorden

      Cynisch= die niet gelooft in goede bedoelingen van mensen.
Waarom doe jij altijd zo cynisch
      Mitose= celdeling
Mitose is een belangrijk onderdeel bij biologie.
     Onthutst= verward door hevige schrik
Ik was onthutst toen ik zag dat hij z’n bord opat
      Zelfgenoegzaam= als je jezelf heel goed vindt, als je neerkijkt op anderen (arrogant)
Hij is egt heel erg zelfgenoegzaam hij denkt dat hij altijd de beste is.
      Excentriek= zonderling, buitenissig
Waarom is hij zo excentriek?
     Genereus= edelmoedig, royaal
Hij is zo genereus, hij ving me op toen ik viel
      Geringschattend= iets met weinig betekenis, onduidelijk
Hij zij dat heel geringschattend
      Feilloos= foutloos
Er is 1 iemand die het proefwerk feilloos heeft gemaakt.
     Theorieën= kennis die niet met praktische oefeningen verbonden is.
Deze theorieën kloppen niet
  Bedwelmd= het bewust zijn verliezen.
Hij werd bedwelmd toen hij een paar druppels bloed zag.





Week 42: 60 woorden

      Indoctrineren= beïnvloeden
Je moet je door haar niet zo laten indoctrineren.
      Rigide= streng
De rechter zocht de oplossing in rigide maatregel
     Restrictie= voorbehoud
Ik wil wel een restrictie maken
     Constitutioneel= grondwettelijk
Die rechten zijn constitutioneel vastgesteld.
      Pompeus= overdreven
Zij reageerde pompeus op haar slechte cijfer
      Exodus= uittocht
Tijdens de oorlog vond er een ware exodus plaats
      Lumineus= schitterend
Hij zag er lumineus uit vandaag.
      Ambigu= meer dan 1 betekenis hebbend, dubbelzinnig
Dat woord in die zin is ambigu
      Potentieel= beschikbaar vermogen
Hij is potentieel een goede voetballer
  Aureool= stralenkrans
Die filmster heeft een aureool van eer en roem.





Week 43: 70 woorden

      Accijnzen= Belastingen die op bepaalde producten worden geheven bv alcohol en sigaretten.
Vanaf volgend jaar komen er nog meer accijnzen.
    Dilemma= een moeilijke keuze
Ik zit midden in een dilemma
    Betasten= aanraken bij ongewenste plekken
De man betast de meiden
     Abstract= Het heeft geen exacte figuur
Dat is heel erg abstract getekend.
     Tergend= ergerlijk, irriterend, plagend
Deze auto rijdt tergend langzaam
      Verorberen= het door je mond naar binnen brengen, eten
Wij verorberen dagelijks 40 sneetjes brood.
    Excellent= uitmuntend, voortreffelijk
Dit eten was excellent
   Vermoedelijk= zoals vermoed wordt
 Vermoedelijk is hij ontsnapt uit de cel
 Viriliteit= mannelijkheid
Ik vind dat een man wel een beetje viriliteit moet hebben.
  Vacature= Een baan waarvoor iemand gezocht wordt. 
Er staan nog een paar vacatures open




Verwerkingsopdracht bij het woordenschatschrift:

Krantenartikel

Amsterdam


Vandaag is er een excentrieke man aangehouden vlakbij het centraal station. Vermoedelijk was hij ook de man die afgelopen week 42 meisjes heeft verkracht. Hij vertelde de rechter dat zijn gevoelens voor meisjes heel erg intens zijn. Terloops wou hij vluchten maar de politie had hem al in de boeien geslagen.
Het vonnis heeft besloten dat de man een boeten moet betalen van 42000 euro (1000 euro per verkracht meisje) en 4 jaar lang de cel in moet. 1 van de meisjes was gefascineerd door de man maar zij had zelf ook een paar problemen. Een paar meisjes waren zo genereus dat ze het hele verhaal wilden vertellen aan de pers. De ouders van de meisjes waren onthutst toen ze hoorden wat er met hun dochters was gebeurt. De man was uitermate gefrustreerd dat zijn plan niet gelukt was. De meisjes werden gegeneerd om seks te hebben met hem. Hij dacht dat zijn plan feilloos zou gaan maar de politie heeft hem net op tijd betrapt. Een paar ouders waren zo nijdig dat ze in hoger beroep zijn gegaan, zij vinden dat hij voor altijd vast moet zitten. Nochtans heeft dat niks opgeleverd. De man gaf eerst les op een school, hij gaf gymles maar betaste de leerlingen daar te vaak, toen werd hij ontslagen. Hij vind dat hij ongegrond de cel in moet, hij vind meisjes verkrachten blijkbaar heel normaal. Hij vind zichzelf  zelfgenoegzaam en hij is egocentrisch daarom mochten de meeste kinderen hem op de basisschool niet. 2 van de meisjes hebben inwendige kneuzingen opgelopen doordat ze weigerden seks met hem te hebben. Het concept is nu dat hij 4 jaar de cel in moet en elke week met een psychiater moet praten. Als de man zijn straf volledig uitzit en zich gedraagt bij de politie is er een kans dat hij na zijn gevangenis straf weer een baan krijgt op een school.