zaterdag 11 januari 2014

Woordenschatschrift periode 2 + verwerkingsopdracht

Woordenschatschrift periode 2


Week 45- 10 woorden

    Ontsteld= van streek.
Ik was echt ontsteld toen ik dat zag, zo erg was het.
   Provoceren= door de woorden of daden uitdagen, uitlokken.
Jullie provoceren de docenten altijd met jullie gedrag.
    Melancholische=  zwaarmoedig, somber.
Hij keek me aan met een melancholische blik, omdat hij zijn cijfer net gehoord heeft.
    Prematuur= te haastig.
Zij deed hij werkt te prematuur omdat ze het snel moest inleveren.
    Onheilspellend= een teken van onheil (ongeluk).
De lucht ziet er onheilspellend uit, door de grijze wolken.
    Constatering= vaststelling.
In het register staan alle namen geconstateerd.
    Loeder= gemeen persoon.
Jij bent echt een loeder, je kan nooit eens aardig doen.
    Dubieus= twijfelachtig.
De juffrouw is een beetje dubieus over het verslag, ze denkt dat er sprake is van plagiaat.
    Citaat= letterlijk weergegeven woorden.
Dit is een citaat uit de tekst.
  Joviaal= gul, hartelijk, vriendschappelijk.
Zij zijn ontvangen ons altijd joviaal als we bij hun op bezoek komen.





Week 46- 20 woorden:

  Anekdote= kort, grappig verhaal.
Wij moeten van onze docent een anekdote schrijven over iets grappig wat je hebt meegemaakt.
  Periodiek= scheikundig systeem.
Bij scheikunde gebruiken we een periodiek systeem.
  Weergalmde= met een echo klinken.
Zijn stem weergalmde in de tunnel.
  Pragmatisch= nuttig, bruikbaar.
Deze informatie is pragmatisch voor ons werkstuk.
  Domesticatie= het temmen van wilde dieren tot huisdieren.
Vele mensen hebben hun huisdieren gedomesticeerd
  Xylografie= houtsnijkunst
Die man is heel erg goed in xylografie, hij heeft er zelfs 4 bomen voor gekapt.
  Tactisch= handig.
Zij is erg tactisch met machines.
  Veto= een uitspraak waarmee je verbiedt dat een voorstel word ingevoerd.
Waarom zeg jij altijd je veto’s hardop?
  Heroïsch= heldhaftig.
Voor mij is mijn vader heroïsch
  Divageren= afdwalen.
Wij divergeerden tijdens de saaie geschiedenis les.  






Week 47- 30 woorden

  Exquise= zeer goed.
Hij zag er vandaag exquise uit met zijn deftige pak.
  Tengere= rank en smal
Mijn Franse lerares heeft een tenger lichaam.
  Gracieus= sierlijk, elegant.
Zij heeft gracieus goudbruin haar.
  Intuïtief= als je af gaat op je intuïtie.
Voor deze opdracht moet je intuïtief zijn, anders is het beter om niet mee te doen.
  Cruciaal= zo belangrijk dat de beslissing daarvan afhangt.
Dit is een cruciaal moment, het spant er nu om op welke knop hij zal drukken.
  Gemelijk= chagrijnig, humeurig.  
Elke ochtend is onze docent L.O gemelijk.
  Hectiek= drukte waar je een beetje een opgejaagd gevoel van krijgt.
Hij kan niet tegen deze hectiek.
  Allengs= langzamerhand, het gebeurt wel maar langzaam
Allengs haal ik mijn cijfers op.
  Contouren= hoofdlijnen
Bij een tekening is het belangrijk dat wat je tekent contouren heeft.
  Laconiek= heel rustig terwijl je dat niet verwacht.
Zij deed heel erg laconiek over het ongeluk.

Week 48- 40 woorden.

  Demagoog= iemand die het volk aanzet tot opstand.
Hitler was een demagoog, hij leidde het volk tot opstand.
    Persifleren= iemand na doen op een spottende manier.
Waarom Persifleren sommige kinderen altijd alles wat op tv komt?
   Ostentatief= erop berekend de aandacht te trekken.
Wij gaan alleen ostentatief te werk, wij doen alles voor aandacht.
    Rancuneus= haatdragend.
Zij haat hem zo erg dat ze haar boeken rancuneus over hem heeft geschreven.
    Principe= beginsel, op zichzelf.
In principe hoort dat niet zo.
   Filosoof= iemand die zich bezig houdt met filosofie, iemand die nadenkt over de gebeurtenissen in het leven.
Geschiedenis boeken zijn meestal door een filosoof geschreven.
    Weemoedig= zacht, verdrietig gestemd.
Zijn stem klonk weemoedig.
    Barrière= hindernis.
Zij kwam zonder moeite door de barrière van zand en klei.
    Veteranen= ex-militair die gevochten heeft.
Er leven nu nog maar weinig veteranen die in de oorlog gevochten hebben.
  Elites= kleine groep mensen
Er is een speciale elite opgericht voor gehandicapte mensen.







Week 49- 50 woorden.

  Averechts= in de tegenovergestelde richting.
De mannen liepen in het averechts van de vrouwen, de mannen liepen naar links en de vrouwen naar rechts.
  Polikliniek= inrichting waar patiënten worden geholpen die niet in bed horen.
Wij moeten voor school mensen in de polikliniek helpen.
  Pommade= zalfachtig smeersel.
Zijn gezicht is helemaal uitgedroogd hij heeft heel veel pommade nodig.
  Opus= software.
Ik heb een nieuwe opus nodig voor mijn laptop
  Optica= natuurkunde die te maken heeft met licht.
Op school krijgen wij geen optica bij natuurkunde.
  Heemraad= lid van een dijk of polder bestuur.
Mijn vader zit in de heemraad en gaat over de dijken van Noord-Nederland.
  Grondoorzaak= belangrijkste oorzaak.
De grondoorzaak van de moord op Henk Bosman is nog niet bekend.
  Flegma= onverstoorbare kalmte.
Tijdens yoga is er een onverstoorbare kalmte genaamd flegma.
  Ledig= zonder inhoud.
Dat melk heb ik ledig gekregen, ik ben meteen teruggegaan naar de supermarkt.
  Lectuur= de boeken en tijdschriften die iemand voor de plezier of de ontspanning leest.
Mijn moeder leest altijd boeken voor de lectuur in haar vrije tijd,







Week 50- 60 woorden.

  Vroom= vol ijver in het geloof.
Sommige mensen zijn heel vroom, als het om het geloof gaat.
  Groeperingen= iets dat gegroepeerd is (politieke groepen).
In de politiek zitten verschillende groeperingen.  
  Schrikbarend= verschrikkelijk
Het nieuws van vandaag was echt schrikbarend, er zijn 3 mensen omgekomen bij een auto-ongeluk.
  Versperren= de weg blokkeren.
De weg werd versperd door mensen die aan het protesteren waren.
  Boudoir= Dames vertrek.
Er komt een nieuw boudoir, er zijn geen mannen toegestaan.
  Processor= deel van een computer die de bewerkingen uitvoert.
De processor in mijn computer is kapot, nu kan ik dingen niet meer bijwerken.
  Bavarois= met vruchten bereide slagroompudding,
Mijn moeder gaat vandaag bavarois maken, daarom moet ik naar de supermarkt om vruchten en slagroom te halen.
  Synopsis= inhoudsbeschrijving.
In elk boek staat een synopsis, vooraan in het boek.
  Swastika= hakenkruis.
Veel christenen hebben een swastika in huis.
  Supplement= bijvoegsel.
De juf heeft nog een extra supplement toegevoegd aan de opdracht.





Week 51- 70 woorden.

  Wreken= iemand straffen om het onrecht wat hij of zij je heeft aangedaan.
Ik wil hem nog 1x wreken voor wat hij heeft gedaan.
  Welgesteld= als je veel geld hebt.
Er zijn maar een paar mensen in China die welgesteld zijn, de rest van de bevolking is arm.
  Ongeletterdheid= niet kunnen lezen en schrijven.
Ongeletterdheid komt in Nederland best wel vaak voor, vooral bij allochtone ouders.
  Ruwweg= ongeveer.
Naar Parijs is het ruwweg 500 kilometer.
  Essentieel= heel belangrijk, onmisbaar.
De net gegeven is essentieel, zonder zouden we niet verder kunnen met de opdracht.
  Recensent= deskundige die in opdracht een boek, film of een theatervoorstelling kritisch bespreekt.
Mijn moeder is recensent, ze beoordeel alleen films.
  Beknopt= kor samengevat.
De juf vindt mijn verhaal niet beknopt genoeg, het was veel te lang volgens haar.
  Progressief= vooruitstrevend.
De economie is progressief en ontwikkeld zich steeds.
  Exercitie= militaire oefening.
Om militair te kunnen worden moet je eerst een exercitie uitvoeren.
  Jofel= populair.
Estelle is het jofelste meisje van school


Verwerkingsopdracht bij het woordenschatschrift:

(Verhaal van minimaal 400 woorden met 20 woorden van het woordenschatschrift)


Mijn lerares.



Gister werd de tengere juffrouw door een aantal leerlingen in de klas geprovoceerd. Dat leidde ertoe dat iedereen 5 anekdotes moest schrijven over verschillende onderwerpen. De juf was  zoals elke dag weer gemelijk. Ze is niet erg tactisch met computers dus laat ze ons altijd dat soort dingen doen. Tijdens haar les divageren wij altijd, ze praat altijd zo saai en langzaam. Dus vandaag moesten we onze anekdotes inleveren maar ze vond ze niet beknopt genoeg en werd boos. Ze verscheurde de anekdotes en gooide ze weg. Voor morgen moesten we 10 anekdotes schrijven die wel beknopt waren anders worden het er steeds meer. De volgende dag leverde iedereen zijn anekdotes in. De stem van de juf weergalmde in het klas lokaal: ‘’jullie denken echt dat ik dom ben hè, nou dat ben ik jammer genoeg niet’’. Ze dacht dat iedereen plagiaat had gepleegd. Alle ouders werden de volgende dag naar school geroepen voor een gesprek. De juf zag er tijdens de gesprekken heel goed uit, exquise zelfs. Ze liep zeer gracieus door het lokaal waar alle ouders zaten. Dit was een cruciaal moment voor haar om te vertellen hoe lastig de kinderen zijn. Haar blik was rancuneus maar aan de andere kant ook weemoedig. Ze barstte in huilen uit en rende naar de wc. Alle ouders verlieten het lokaal en gingen naar huis. De ouders hadden hun kinderen natuurlijk op de hoogte gebracht van wat er was gebeurd. De kinderen hadden bedacht dat ze de volgende ochtend de juffrouw zouden persifleren en allemaal 1 voor 1 huilend de klas uitrennen. De juf trok zich er niks van aan en begon met een nieuw onderdeel: optica. Toen de leerlingen merkten dat hun plan toch niet werkte gingen ze weer terug naar het klaslokaal . De juf legde uit waarom ze zo emotioneel was geworden. Eigenlijk vond ze het helemaal niet leuk hoe ze de leerlingen behandeld heeft en ze besefte gister pas wat voor een slecht mens ze is. Ze wilde het goed maken en trakteerde de hele klas op bavarois. De leerlingen hebben besloten om op te houden met de juf te wreken. De man van de juf werkt in de heemraad, er was een paar maanden geleden een dijk doorgebroken en ze weten nog steeds niet wat de grondoorzaak ervan is. Ze gaven mijn man de schuld dat is toch schrikbarend. Nu wordt hij vast en zeker ontslagen. Maar hij kan altijd nog leraar worden, want dat is de leukste baan die er is!!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten